De toiletgewoontes van vroeger lieten wat betreft hygiëne nogal wat te wensen over. Tot diep in de 19e eeuw waren de toiletvoorzieningen in de meeste Nederlandse steden behoorlijk primitief. De ontlasting werd voor de komst van riolering gewoon in de grachten geloosd. Wie vroeger door de straten van Amsterdam liep ontkwam dus niet aan de doordringende stank van de grachten.
De mens produceert natuurlijk urine en ontlasting. Toen de mens in kleine groepen leefde was dit geen probleem. De behoeftes werden simpelweg in de natuur gedaan, zodat het verwerkt kon worden in een natuurlijk proces. Maar toen de mens in grotere groepen ging leven in dorpen en steden, ontstond het probleem dat er meer ontlasting werd geproduceerd dan de omgeving op kon nemen.
Het ontstaan van het riool
Bij opgravingen zijn toiletten en buizen gevonden die veel op ons huidige rioleringssysteem lijken. Toen was er natuurlijk nog geen PVC, daarom werden de buizen gemaakt van klei. De oudste buizen die zijn gevonden dateren zelfs van 4.000 jaar voor Christus. Sterker nog, op het Griekse eiland Kreta worden nog steeds buizen gebruikt die 2.000 jaar voor Christus al werden gebruikt!
In de Middeleeuwen smeet iedereen al het afval en de ontlasting gewoon op straat. Er waren geen sanitaire voorzieningen. Dit veroorzaakte veel viezigheid en dus ook enorme stank. Ziektes werden snel verspreid. Toen het eind van de Middeleeuwen naderde werden er overkappingen geplaatst op de open riolen in steden als Parijs en Londen. Deze tunnels zijn de voorlopers van onze huidige rioolbuizen.
Het Romeins toilet was de eerste wc in de Middeleeuwen. Dit toilet leek een beetje op de moderne toiletten die we tegenwoordig kennen. Alleen waren deze allesbehalve hygiënisch. Het was zelfs een broeinest voor allerlei parasieten en besmettelijke ziekten. In deze tijd hadden de rijken een privé toilet en de armen moesten naar een openbaar toilet of op de po. De openbare toiletten zagen er in het hele Romeinse Rijk hetzelfde uit, een rij met stenen zittingen met een gat om op te zitten.
Huidige riolering
In de loop van de 19e eeuw kregen de eerste Nederlandse steden gesloten rioolkanalen, in dorpen en kleinere steden was dit pas (ver) in de 20e eeuw. Rond 1935 waren nog niet alle toiletten aangesloten op de gemeentelijke rioleringsbuizen. Daarom gebruikte men poepemmers die met paard en wagen werden opgehaald door de ‘tonnenboer’. Of ze werden geleegd in putten, rioolkanalen of in de rivier.
Een goed werkend rioleringssysteem is beter voor de gezondheid van de mens. Het is dan ook niet gek dat de riolering het beste medicijn is tegen veel ziektes en verkozen is tot de belangrijkste ‘medische’ doorbraak in de afgelopen 200 jaar. Tegenwoordig is het gelukkig een stuk beter geregeld. In Nederland bezitten wij inmiddels over een rioolstelsel van bijna 110.000 kilometers lang.
Heeft u problemen met uw riolering? Dan is het belangrijk dat er onmiddellijk professionele hulp wordt ingeschakeld. Of het nu gaat om een verstopt toilet of een verstopt doucheputje. Neem contact met ons op.
